Dit uitzonderlijke najaar zorgt voor veel verassingen en o.a. temperatuurrecords worden gebroken. En terwijl het seizoen voor de bijen al lang ten einde hoort te zijn (namelijk als de lindebomen in juni bloeien) vliegen ze onvermoeibaar af en aan. Net als de wespen overigens.
Als ik op 11 november bij de kasten sta komen er al vele vluchten ganzen over. Meestal zijn het aankondigingen van op handen zijnde vrieskou. Maar van kou is weinig sprake. Integendeel: met verbazing zie ik hoe de bijen nog volop stuifmeel binnen brengen. Ik heb dit nog nooit eerder gezien op Sint Maarten.
Hoe dan ook, de bijen bereiden zich voor op de komende winter. Na de eerste nachtvorst stopt de koningin met het leggen van eitjes en worden de cellen gesloten. Het seizoen is ten einde en daarmee ook de taak van de zogeheten ‘zomerbijen’. Zij hebben zo’n 5 a 6 weken geleefd en hebben vanaf hun eerste dag bijgedragen aan het welzijn van volk en koningin. Van ‘werkbij’ tot ‘verzorgbij’ via ‘haalbij’ (pollen en nectar, een half theelepeltje honing per bij) tot ‘bouwbij’. Dit is de cyclus van de zomerbij met de daarbij behorende sterke taakverdeling. Alles voor het volk en koningin!
Het bijenvolk is in deze periode ook groter. Omdat deze bijen van het voorjaar tot de late zomer actief kunnen zin is het mogelijk dat er binnen een seizoen meerdere generaties zijn geweest. Hun taken worden slechts ten dele overgenomen door de zogenaamde ‘winterbijen’. Deze vliegen pas in de herfst uit om nog wat binnen te halen. Maar hun echte taak is vooral in de kasten waar ze er o.a. voor zorgen dat de temperatuur op peil blijft. Het is een kleiner volk met minder taken (geen haalvluchten en verzorging van larven) waardoor ze doorgaans ook langer leven, in uitzonderlijke gevallen wel tien tot twaalf maanden. Ze voeden zich met stuifmeel (vandaar de huidige grote activiteit?) om daarmee ook reserves te kweken voor het komende seizoen als het nieuwe broed zich aankondigt. Kortom: het welzijn van de winterbij is bepalend voor het welzijn van het volk en de koningin.
Inmiddels zijn we twee weken verder en verkeren de kasten in rust. Ik zie nog een chaotisch heen en weer vliegende wesp, wanhopig op zoek naar een schuilplaats.
Jack Verhulst en Cathy Grootenboer, Wasven imkers.