Oftewel: hoe vind ik de koningin tussen honderden andere bijen. Een snelcursus “Queenspotting”.
Nu de temperaturen ongekend hoog oplopen, worden de bijen actief. Stuifmeel wordt voortdurend “binnengevlogen”. Een geruststellend gegeven, want niet alle volken hebben de winter overleefd. In den lande is er namelijk sprake van grote sterfte, en wat dat betreft valt de schade nog mee.
De volken gaan nu snel groeien en het is zaak om bijtijds op onderzoek te gaan naar de koningin om die te merken met, inderdaad, nagellak. Om de koningin sneller op te kunnen sporen, voor het geval dat dit nodig mocht zijn. De kleuren wisselen met de jaren, zodat bij het openen van de kasten in één oogopslag te zien is van welk jaar de koningin is. En waar ze zich ophoudt (het liefst in moeilijk zichtbare uithoeken van de ramen).
Maar eerst moet ze dus opgespoord worden. Een oefening in geduld en trefzekerheid. Het is namelijk niet zo dat de immer bedrijvige koningin rustig afwacht tot ze in een glazen kokertje gestopt wordt om vervolgens ongevraagd van een felgekleurde stip op de rug voorzien te worden.
We kijken voornamelijk naar de achterlijven, want het achterlijf van de koningin is wat langer en smaller om tot diep in de cellen te kunnen komen. Verder is de koningin (voor het blote oog althans) eigenlijk opmerkelijk onopvallend. Dus is het nauwgezet speuren. Terwijl er honderden bijen over elkaar krioelen en minstens zoveel bijen om onze hoofden zoemen.
Dit jaar ging het relatief vlot en hadden we vier keer “beet”. De koningin werd in het buisje geschoven en voorzien van een kleur. Voordat ze teruggeplaatst werd, moest de lak eerst uitharden, omdat gebleken is dat de hofdames de lak anders ogenblikkelijk verwijderen zolang die nog nat is. Waarschijnlijk niet om esthetische redenen.
Met de gemerkte koninginnen kunnen we later in het seizoen wellicht een zgn. “veger” maken om de volken weer op sterkte te krijgen. Daarover later meer.
Cathy Grootenboer en Jack Verhulst,
Wasven-imkers