Mijn herinnering aan het Beukenlaantje ligt nog vers in mijn geheugen, al is dit al zo’n 45 tot 50 jaar geleden. Als het mooi weer was gingen we altijd fietsen met mijn ouders. Mijn zus, twee jaar jonger dan ik, bij mama achterop, en ik bij papa. Ze wisten overal de mooie plekjes te vinden, in heel Eindhoven.
Een grote tas hing bij mijn vader aan het stuur, met daarin de boterhammen en limonade voor de picknick. Mama had een oude deken onder haar snelbinders waar mijn zus lekker zacht op zat. Zo hebben we heel wat kilometers afgelegd in en rond Eindhoven.
Beukenlaantje
Zo gingen we regelmatig naar het Beukenlaantje om daar onder de mooie beuken te picknicken. Voor mijn zus en mij was het altijd een sport wie de meeste beukennootjes had gevonden. Mama pelde ze voor ons, en wij smulden ervan. Maar nooit mochten we ze allemaal opeten, de eekhoorntjes moesten er ook nog hebben. Mama vertelde dan het verhaal hoe de eekhoorntjes beukenootjes zochten en ze in hun holletje in de boom of onder de grond bewaarden om zo in de winter ook te kunnen eten. Wij mochten dan ook altijd nog meer beukenootjes zoeken en die legden we dan onder de boom, zodat de eekhoorntjes ze naar hun nestje konden brengen en niet alles zelf hoefden te zoeken. Zo hadden ook de eekhoorntjes nog tijd over om te spelen, zei mijn moeder dan. Vaak zagen we ze ook van boom naar boom springen. Een prachtig gezicht vonden we dat.
Nu ik hier zelf woon, echt aan de rand van het Wasven, denk ik regelmatig terug aan die tijd. Jarenlang hebben we geen eekhoorntjes gezien, maar nu komen langzaam maar zeker weer meer eekhoorntjes. Ieder jaar zijn het er wat meer. Als ik vroeg in de morgen het bos in loop met mijn honden is het een lust om ze te zien. Eekhoorntjes die zich nog niet verstoppen voor de mensen.
Een eendenmoeder met haar zes kuikens in de sloten, die eindelijk weer eens vol water staan. De vogels die vrolijk fluiten. Echt jeugdsentiment voor mij.
Franka Sanders