‘Naar de winter’ is de titel van een gedicht van Ida Gerhardt. Er wordt in beschreven hoe iemand zich innerlijk voorbereid op de komst van de winter. Bijenhouders doen dat letterlijk en figuurlijk.
Letterlijk, door nauwlettend toe te zien hoe de bijen geholpen kunnen worden om de wintertijd met goed gevolg (lees: levend) door te komen. Is de Varroamijt afdoende teruggedrongen? Zijn de kasten goed geïsoleerd? En vooral: is er voldoende voer om de tijd zonder bloemen door te komen?
Vanaf nu wordt de mogelijkheid om het welzijn in de kasten te beïnvloeden alleen maar kleiner. Eigenlijk is de komende periode wel de “spannendste” te noemen. De imker kan alleen nog maar zijn oren te luisteren leggen aan de kasten.
Op de valreep: wespen
Dit jaar kwam er op de valreep (het is inmiddels half oktober) nog een (onaangename) verrassing bij: de wespen. Voor het eerst zo laat in het seizoen. Er werden al wel wat wespen gesignaleerd bij de kasten, maar nu zien we wespen de kasten in glippen en wordt er gevochten op de vliegplank. Verontrustend.
De volken worden er, op weg naar de winter, niet sterker op en nemen van nature af in omvang. In een poging de wespen weg te lokken zijn er wat oude ramen uit de bijenkast in het insectenhotel(!) gehangen. Daar is nu het een drukte van belang. De wespen doen zich te goed aan honingresten. Ook de vliegopeningen in de kasten zijn verder verkleind, om potentiële indringers gemakkelijker buiten de deur te houden. We hopen dat dit zal helpen. Maar of het afdoende is: de tijd zal het uitwijzen. Maar: geen inspanning teveel om onze bijen te beschermen.
Ondertussen wordt de betekenis van honing voor de mens alsmaar duidelijker. Er gaat geen week voorbij of er verschijnt wel ergens een wetenschappelijk rapport over de waarde van honing. Eindelijk wordt het alternatieve imago van overtuigde ‘honingproevers’ verlaten.
Dat ervaarde ik zelf na een bezoek aan een ziekenhuis, plaats van de meest geavanceerde techniek. Ook daar wordt (bij uitzondering, want kostbaar) met honingcompressen gewerkt. Mooi dat we in onze moderne tijd de waarde van de nijvere bijen steeds beter beginnen te beseffen. De Egyptenaren waren hier vijfduizend jaar geleden al van doordrongen.
Jack Verhulst en Cathy Grootenboer, Wasven imkers