Al in 2012 schreef oud-stadsdichter Piet van den Boom een gedicht over onze wereldboom, dat eerder verscheen in de dichtbundel ‘Hart van goud, karakterbomen van het Wasven’. Na de brand, kon een tweede gedicht niet uitblijven. Kees van Grevenbroek droeg het gedicht op woensdag 13 september voor, tijdens de presentatie van de onderzoeksresultaten naar de overlevingskansen van de boom. We delen het ook graag met jou.
geblakerde zuiderling
geschiedenis is een taaie stroom
waarin van alles langskomt en voorbij drijft
niets en niemand onberoerd blijft
een komen en gaan van mensen
die hun naam in boom en grafsteen kerven
een trage wals van leven en sterven
de stad spoelt in stenen golven over het land
bedelft het verleden onder huizen en wegen
verdrijft wat groeit maar niet kan bewegen
in de rusteloze kringloop van groei en vergaan
bleef de plataan onverstoorbaar staan
naar ieder dacht voor nog een eeuwigheid
oorlog of vrede, crisis of rust, voor- of tegenspoed
niets leek deze reuzin te kwetsen of te deren
ze leek ons rust, kalmte en gelatenheid te willen leren
dan gebeurt wat niemand voor mogelijk hield
na een zomerse dag in het nachtelijk uur
viel de wereldboom ten prooi aan het grijpgrage vuur
niet door blikseminslag of verandering van het klimaat
het was geen noodlottig ongeluk maar onverstand
tegen kwaadwillende domheid lijkt niets bestand
wat is er nog heilig wat is er veilig
het lijkt of er een kleine vuile oorlog aan de gang is
tegen wat mooi, goed en kwetsbaar is
ze is geschroeid verwond gekwetst
maar gelukkig niet opgegeven en verslagen
omdat veel mensen haar lot op handen dragen
de zuiderling was een levend monument
van eenzame trots en soevereiniteit
en vanaf nu symbool van liefdevolle betrokkenheid
Piet van den Boom 2022