Elk jaar rond deze tijd vliegen er jonge bosuilen uit in het Wasvengebied, dit jaar ook weer.
Door de avondklok is het stiller dan anders laat op de avond, waardoor de bedelroep van jonge bosuilen beter is te horen.
Niet ik alleen hoorde het gepiep van de uilskuikens, ook buurtbewoner Ingrid had het in de smiezen. De volgende ochtend had zij de plek al snel gevonden waar de takkelingen zich ophielden.
Foto’s: Rick Kuijten de eerste twee jongen en Karin Louwers toen ook het derde jong zich had gemeld. Patrick Spruytenburg schoot een paar mooie close ups en actiefoto’s.
Donsjasje
Hoog in de kroon van een eik zaten twee uilskuikens in een koud ochtendzonnetje. Ze mogen blij zijn met hun donsjasje dat ze aanhebben. Het zou zomaar kunnen dat er nog meer jongen zijn, maar dat zien we in de loop van de week.
Het duurt even voordat het weer avond wordt en de maaltijden door de ouders worden bezorgd. Ondertussen wandelt er 25 meter lager van alles onder de eiken door, maar daar trekken de takkelingen zich gelukkig niets van aan.
Dat het daarboven flink kan waaien, is te zien op dit filmpje van Simon van der Beek. Ook daar trekken ze zich weinig van aan.
Wat meer over de bosuilen in het Wasvengebied
Elk jaar, begin maart, zijn er jonge bosuiltjes te vinden in het Wasvenbos.
De verschillende holle bomen zijn bij uitstek een prima broedplaatsen voor de bosuil en andere holenbroeders. Als je terug telt, zijn de bosuilen in januari al aan het broeden.
De jonge bosuilen, ook wel takkelingen genoemd, zitten overdag hoog in de eiken. Moederuil houdt op een afstandje haar kroost in de gaten. Pa zit op zijn vaste roestplaats een eindje verderop. De takkelingen zijn goed te zien met een verrekijker. Er zijn tal van fotografen die de uiltjes vast hebben weten te leggen met toeters van lenzen , maar ook met gewone, kleine fototoestellen.
Foto’s: onze bosuilen in 2019 en 2020
Als de schemer invalt moeten de uilenouders aan het werk om voedsel te vangen voor hun hongerige uilskuikens. Alles wat beweegt staat op het menu, van muis tot mees, van kever tot kikker. Elke nacht weer een hele klus. De jongen laten de hele nacht een bedelroep horen, een soort gepiep.
Tot begin juni blijven de jongen in de buurt van hun ouders, waar ze tot die tijd les krijgen in het jagen. Daarna moeten ze een ander, eigen territorium zoeken. De uilenouders zijn gebiedsgetrouw en blijven, mits er geen ongelukken gebeuren, hun hele leven een koppel.
Inmiddels zijn er idd 3 jongen uitgevlogen.
En moederuil houdt haar kroost van kortbij in de gaten.